donderdag 10 mei 2012

fragment H16 'Benauwd'


Even kort voorstellen:  Lisa van Schaik

Naam:                                     Lisa van Schaik
Tijdelijk Woonadres:              Gaardedreef 16, Zoetermeer
Getrouwd:                               Met Paul van Schaik (leeft gescheiden)
Kinderen:                                Geen (dochter Justina- overleden)
Geboren:                                 23 December, 1979
Sterrenbeeld:                          Steenbok
Houdt van:                              Wandelen op het strand & chocola
Heeft een hekel aan:              Stress, natte honden & Ralph (vriend van Paul)





(fragment H16)

Den Haag, Begraafplaats ‘Nieuw Eykenduynen’
Donderdag, 25 November 2010

(Lisa van Schaik)

De regen slaat onverwachts in mijn gezicht, precies op het moment dat ik de begraafplaats op loop. De graven liggen er nog triester bij, dan ik me kan herinneren. Alles is met plassen overdekt. Bloemstukken liggen er verzopen bij. Zelfs de grote waakengel van steen, aan het begin van het grindpad, heft haar handen wanhopig op naar de grauwe hemel. ‘Genoeg is genoeg,’ lijkt ze te willen fluisteren. Ik maak snel voort. Schuldgevoel overheerst, zoals altijd, wanneer ik hier ben. Het is eigenlijk nooit genoeg: de bloemen kunnen altijd verser, het aantal bezoekjes regelmatiger, de korte gebedjes, het praten in mezelf, de onzekerheid. Het zal wel nooit minder worden, denk ik cynisch, behalve als de dag komt dat ik er zelf lig. Er zijn genoeg momenten waarop ik niets anders zou willen, maar ik vertik het eraan toe te geven. Ik ben er bijna, bij het graf. Dit stukje blijft het moeilijkst: die lange bocht, voorbij de twee wilgen. Daar, helemaal aan het eind, daar ligt mijn kleine meid. Ik krijg meteen weer een brok in mijn keel. Het kippenvel trekt ongewild over mijn hele lichaam, wanneer ik de witte steen in zicht krijg. Mijn adem stokt. Ik begin spontaan te haperen. Volhouden, Lisa, je moet. Nog een paar stappen en ik ben er. Bij Justina. Ik leg, met een ingetogen gebaar, de kleurige bos tulpen neer bij het graf. Dertig stuks, meer had die mevrouw niet. Ze had verontschuldigend gelachen en me niet durven aankijken, alsof ze wist waar de bloemen voor bedoeld waren. Ze zijn de enige vrolijke noot in deze grijze waanvoorstelling.

‘Dag kleintje, je mama is hier,’ fluister ik. ‘Lang geleden, hè?’ Ik schud het water van de kleine boom, die precies in het midden staat. Het ziet er goed verzorgd uit, vooral in die aardenwerken pot. Maar goed, dat ik die de vorige keer heb meegebracht, al was het bijna onmogelijk om dat gevaarte naar zijn plek te slepen.
‘Zullen we ons vaste spelletje doen, Justina?’ zeg ik zacht. ‘Het weet-je-nog spelletje? Ik weet, geloof ik, wel een goeie voor vandaag.’
‘Weet je nog? Toen we op vakantie waren? We liepen met z’n drieën over het strand, in Tunesië. Jij in je Dora badpakje, ik in mijn bikini en papa in zijn eeuwige blauwe short. Jij had een veel te grote hoed op. Dat moest van mama, tegen de zon. Weet je nog? Toen wilde je een ijsje, voor jou én Mimi. Ik wilde er ook één. Toen moest papa over het gloeiend hete zand lopen, met vier ijsjes in zijn handen. Toen hij aankwam, waren ze helemaal gesmolten. Toen moest hij wéér de hele weg terug, over datzelfde gloeiend hete zand, om nieuwe ijsjes voor ons te halen. Papa z’n voeten waren helemaal verbrand en toch gaf hij geen krimp!’ Ik lach terwijl de tranen over mijn wangen stromen. Ik blijf een vat vol tegenstrijdige emoties.
‘Weet je nog?’ fluister ik en leg mijn hand op de natgeregende steen.

Plotseling verschijnt er een roodborstje. Pal voor mijn neus terwijl ik daar gehurkt zit. Het vogeltje houdt het hoofdje schuin en kijkt me brutaal aan. Zo blijven we elkaar een moment aanstaren. Ik voel me helemaal warm worden, over mijn hele lichaam. Mijn huid begint te tintelen, alsof ik in een heet bad stap. De regen lijkt opeens verbannen naar een andere wereld. Het roodborstje tsjilpt naar me, als een soort afscheid en vliegt daarna weg. Ik blijf zitten waar ik zit terwijl ik uit alle macht probeer te bevatten wat me zojuist overkomen is.

De hele rit naar huis, beleef ik in een roes. De minuten lijken uren te duren, als in een droom. Het is een bekend gevoel, dat ik maar een keer eerder heb gehad in mijn leven. Dat was toen Justina geboren werd. Mijn vruchtwater brak de avond ervoor al, maar ik wist niet beter en we besloten -mede op aanraden van de verloskundige- te wachten tot de volgende ochtend. Paul had net een afhaalmenu in zijn handen. Foe Yong Hai met kip en Chinese garnalen, zijn favoriete maaltijd. Ik wilde hem zijn moment niet ontnemen, en eerlijk: ik had totaal geen zin in chagrijnig gedoe. Ik had al genoeg aan mijn hoofd. En ik ken Paul: als hij een paar uur niet eet, functioneert hij niet meer en is hij van geen enkel nut, hoe lullig het misschien ook klinkt. En ik had hem nodig, die onhandige stijfkop. Ik was immers nog nooit bevallen en ik vond het eng. Om kwart voor twee begonnen de weeën heftiger te worden en werd ik op een brancard het MCH ingereden. Het was een stralend mooie dag met de eerste tulpen in de knop, een veelbelovend begin van het voorjaar. Pijn heb ik amper gevoeld, althans, ik kan me niet als zodanig herinneren. Wat ik nog wel heel goed weet, is dat lijkbleke gezicht van Paul. Ik, en de verloskundige met mij, verwachtte dat hij ieder moment ging flauwvallen, maar dat deed hij niet. Waarschijnlijk was hij daar zelfs te koppig voor. En toen kwam dat moment dat ik nooit zal vergeten, die immense roze wolk die onaangekondigd kwam aandrijven, die de verloskamer met onvoorwaardelijke liefde vulde en me meevoerde naar de toppen van de hemel, waardoor ik al het aardse vergat. Geen branderig gevoel meer tussen mijn dijen, of het effect van verdovende prikken. Alleen maar dat mooie, prachtige kind. Mijn baby. Mijn vrucht die in alle voorzichtigheid bij me gelegd werd, en die meteen van mijn borst begon te drinken alsof ze nooit iets anders had gedaan. Mijn Justina, in drie kwartier tijd geboren, met een liefde voor eeuwig. Ik was opeens moeder, geen vrouw meer. Niemand zou ooit nog tussen mij en mijn kind kunnen komen, zelfs Paul niet.

3 opmerkingen:

  1. Ik ben er stil van... als dit niet uitgegeven wordt, weet ik het niet meer, ik zie gewoon de film "benauwd" in premiere voor me.
    Ik ga even ergens enders huilen... dit was zo mooi...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi Sascha, goed besluit om het fragment te plaatsen. Het is echt heel goed vind ik. Als dit niet meer aandelen oplevert weet ik het ook niet meer.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hi Richard,

    Zoals altijd voel ik me zeer vereerd dat je de tijd en moeite neemt zowel mijn blog te lezen, als je te verdiepen in de voortgang van 'Benauwd'. Ik heb nog drie fragmenten apart gezet, die ik tzt zal plaatsen als aanvulling, om de lezer op die manier kennis te laten maken met de verschillende personages uit het boek, te weten: Paul, Angela en Ralph.
    Dank je voor je steun en feedback. Het is altijd prettig om te weten dat er over je schouder wordt meegekeken.
    Fijn weekend
    groet Sascha

    BeantwoordenVerwijderen