Even kort voorstellen:
Lisa van Schaik
Naam: Lisa
van Schaik
Tijdelijk
Woonadres: Gaardedreef 16,
Zoetermeer
Getrouwd: Met Paul van
Schaik (leeft gescheiden)
Kinderen: Geen (dochter
Justina- overleden)
Geboren: 23 December,
1979
Sterrenbeeld: Steenbok
Houdt
van: Wandelen
op het strand & chocola
Heeft
een hekel aan: Stress, natte
honden & Ralph (vriend van Paul)
(fragment H16)
Den Haag, Begraafplaats ‘Nieuw Eykenduynen’
Donderdag, 25 November 2010
(Lisa van Schaik)
De regen slaat onverwachts in mijn gezicht,
precies op het moment dat ik de begraafplaats op loop. De graven liggen er nog
triester bij, dan ik me kan herinneren. Alles is met plassen overdekt.
Bloemstukken liggen er verzopen bij. Zelfs de grote waakengel van steen, aan
het begin van het grindpad, heft haar handen wanhopig op naar de grauwe hemel.
‘Genoeg is genoeg,’ lijkt ze te willen fluisteren. Ik maak snel voort.
Schuldgevoel overheerst, zoals altijd, wanneer ik hier ben. Het is eigenlijk
nooit genoeg: de bloemen kunnen altijd verser, het aantal bezoekjes
regelmatiger, de korte gebedjes, het praten in mezelf, de onzekerheid. Het zal
wel nooit minder worden, denk ik cynisch, behalve als de dag komt dat ik er
zelf lig. Er zijn genoeg momenten waarop ik niets anders zou willen, maar ik vertik
het eraan toe te geven. Ik ben er bijna, bij het graf. Dit
stukje blijft het moeilijkst: die lange bocht, voorbij de twee wilgen. Daar,
helemaal aan het eind, daar ligt mijn kleine meid. Ik krijg meteen weer een brok in mijn keel. Het kippenvel trekt ongewild over mijn hele lichaam, wanneer
ik de witte steen in zicht krijg. Mijn adem stokt. Ik begin spontaan te
haperen. Volhouden, Lisa, je moet. Nog een paar stappen en ik ben er. Bij
Justina. Ik leg, met een ingetogen gebaar, de kleurige bos tulpen neer bij het
graf. Dertig stuks, meer had die mevrouw niet. Ze had verontschuldigend
gelachen en me niet durven aankijken, alsof ze wist waar de bloemen voor
bedoeld waren. Ze zijn de enige vrolijke noot in deze grijze waanvoorstelling.
‘Dag kleintje, je mama is hier,’ fluister ik.
‘Lang geleden, hè?’ Ik schud het water van de kleine boom, die precies in het
midden staat. Het ziet er goed verzorgd uit, vooral in die aardenwerken pot.
Maar goed, dat ik die de vorige keer heb meegebracht, al was het bijna onmogelijk om dat gevaarte naar zijn plek te slepen.
‘Zullen we ons vaste spelletje doen, Justina?’
zeg ik zacht. ‘Het weet-je-nog spelletje? Ik weet, geloof ik, wel een goeie
voor vandaag.’
‘Weet je nog? Toen we op vakantie waren? We
liepen met z’n drieën over het strand, in Tunesië. Jij in je Dora badpakje, ik
in mijn bikini en papa in zijn eeuwige blauwe short. Jij had een veel te grote
hoed op. Dat moest van mama, tegen de zon. Weet je nog? Toen wilde je een
ijsje, voor jou én Mimi. Ik wilde er ook één. Toen moest papa over het gloeiend
hete zand lopen, met vier ijsjes in zijn handen. Toen hij aankwam, waren ze
helemaal gesmolten. Toen moest hij wéér de hele weg terug, over datzelfde
gloeiend hete zand, om nieuwe ijsjes voor ons te halen. Papa z’n voeten waren
helemaal verbrand en toch gaf hij geen krimp!’ Ik lach terwijl de tranen over
mijn wangen stromen. Ik blijf een vat vol tegenstrijdige emoties.
‘Weet je nog?’ fluister ik en leg mijn hand op de natgeregende steen.
Plotseling verschijnt er een roodborstje. Pal voor
mijn neus terwijl ik daar gehurkt zit. Het vogeltje houdt het hoofdje schuin en
kijkt me brutaal aan. Zo blijven we elkaar een moment aanstaren. Ik voel me
helemaal warm worden, over mijn hele lichaam. Mijn huid begint te tintelen,
alsof ik in een heet bad stap. De regen lijkt opeens verbannen naar een andere
wereld. Het roodborstje tsjilpt naar me, als een soort afscheid en vliegt daarna weg. Ik blijf zitten waar ik zit terwijl ik uit alle macht probeer te bevatten
wat me zojuist overkomen is.
De hele rit naar huis, beleef ik in een roes.
De minuten lijken uren te duren, als in een droom. Het is een bekend gevoel,
dat ik maar een keer eerder heb gehad in mijn leven. Dat was toen Justina
geboren werd. Mijn vruchtwater brak de avond ervoor al, maar ik wist niet beter
en we besloten -mede op aanraden van de verloskundige- te wachten tot de
volgende ochtend. Paul had net een afhaalmenu in zijn handen. Foe Yong Hai met kip
en Chinese garnalen, zijn favoriete maaltijd. Ik wilde hem zijn moment niet ontnemen,
en eerlijk: ik had totaal geen zin in chagrijnig gedoe. Ik had al
genoeg aan mijn hoofd. En ik ken Paul: als hij een paar uur niet eet,
functioneert hij niet meer en is hij van geen enkel nut, hoe lullig het
misschien ook klinkt. En ik had hem nodig, die onhandige stijfkop. Ik was
immers nog nooit bevallen en ik vond het eng. Om kwart voor twee begonnen de
weeën heftiger te worden en werd ik op een brancard het MCH ingereden. Het was
een stralend mooie dag met de eerste tulpen in de knop, een veelbelovend begin
van het voorjaar. Pijn heb ik amper gevoeld, althans, ik kan me niet als
zodanig herinneren. Wat ik nog wel heel goed weet, is dat lijkbleke gezicht van
Paul. Ik, en de verloskundige met mij, verwachtte dat hij ieder moment ging
flauwvallen, maar dat deed hij niet. Waarschijnlijk was hij daar zelfs te koppig
voor. En toen kwam dat moment dat ik nooit zal vergeten, die immense roze wolk
die onaangekondigd kwam aandrijven, die de verloskamer met onvoorwaardelijke
liefde vulde en me meevoerde naar de toppen van de hemel, waardoor ik al het
aardse vergat. Geen branderig gevoel meer tussen mijn dijen, of het effect van verdovende
prikken. Alleen maar dat mooie, prachtige kind. Mijn baby. Mijn
vrucht die in alle voorzichtigheid bij me gelegd werd, en die meteen van mijn
borst begon te drinken alsof ze nooit iets anders had gedaan. Mijn Justina, in
drie kwartier tijd geboren, met een liefde voor eeuwig. Ik was opeens moeder,
geen vrouw meer. Niemand zou ooit nog tussen mij en mijn kind kunnen komen,
zelfs Paul niet.
Ik ben er stil van... als dit niet uitgegeven wordt, weet ik het niet meer, ik zie gewoon de film "benauwd" in premiere voor me.
BeantwoordenVerwijderenIk ga even ergens enders huilen... dit was zo mooi...
Hoi Sascha, goed besluit om het fragment te plaatsen. Het is echt heel goed vind ik. Als dit niet meer aandelen oplevert weet ik het ook niet meer.
BeantwoordenVerwijderenHi Richard,
BeantwoordenVerwijderenZoals altijd voel ik me zeer vereerd dat je de tijd en moeite neemt zowel mijn blog te lezen, als je te verdiepen in de voortgang van 'Benauwd'. Ik heb nog drie fragmenten apart gezet, die ik tzt zal plaatsen als aanvulling, om de lezer op die manier kennis te laten maken met de verschillende personages uit het boek, te weten: Paul, Angela en Ralph.
Dank je voor je steun en feedback. Het is altijd prettig om te weten dat er over je schouder wordt meegekeken.
Fijn weekend
groet Sascha