vrijdag 3 mei 2013

Der Alec

Ik zit zonder werk in hartje Hollywood. Mijn agente tipt me dat de acteur Alec Baldwin een eigen productiemaatschappij is begonnen en stuntmannen zoekt. Ze vertelt me dat ze hem goed kent, via een vriendin dan, die van tijd tot tijd haar al zijn geheimen onthult. In ruil daarvoor slaapt ze met hem, wat ze als getrouwde vrouw en succesvolle advocate maar al te graag doet. Zo heeft de agente vernomen dat Alec een formidabel fotografisch geheugen heeft, erg agressief uit de hoek kan komen, van een stevige borrel houdt, zijn familie -vooral zijn broers- altijd op de eerste plaats komt, hij zijn stunts het liefst zelf doet en er alles voor over heeft om zich optimaal te kunnen inleven in zijn rol. Niet voor niets heeft hij twee Golden Globe Awards gewonnen en is hij genomineerd voor diverse andere. Zo heeft hij voor de rol van Duitse legerofficier in een van zijn films, binnen acht maanden vloeiend Duits geleerd.

Ik, als beginnend stuntman annex acteur -voornamelijk figurant in tv commercials waarbij ik ooit eens verkleed als een ei, uit een brandende auto sprong- ben onder de indruk van het verhaal. Ik heb bovendien geen geld meer voor eten en zou heel graag eens de hand schudden van mijn idool, even achteloos aan zijn kraag ruiken om zodoende zijn eau de cologne op te snuiven, de sigarenrook van zijn adem te inhaleren, al blijft het maar bij die ene keer. Drie kwartier later is het dan zover en schuifel ik nerveus over de marmeren tegels in zijn kantoor in Beverly Hills, op nog geen steenworp afstand van de beroemde Sunset Boulevard. Ik word door een langbenige secretaresse met opgestoken blonde haren en diep, gebruind decolleté begeleid tot voor zijn notenhouten bureau. Koffie wil ik niet. Er brandt maar een lampje, dat een aangenaam groen licht door de kamer verspreidt. De lamellen zijn dicht. Alec Baldwin, gekleed in een zalmroze polo boven een witte linnen broek, is uiterst geconcentreerd bezig met het doornemen van allerlei papieren, zodat hij amper naar me opkijkt. Ik voel dat ik snel iets moet ondernemen, anders is ook het laatste restje interesse in no-time weg. Mijn cv ligt immers alweer op het hoekje van zijn schrijftafel, vlak boven de prullenbak. Snel werp ik een blik op de documenten en zie een artikel in het Duits. Ik zeg hem in mijn moedertaal dat het een interessant artikel is dat hij daar aan het lezen is. Nu kijkt hij op, langer dan ooit tevoren -toch wel een seconde of vijf - en zet zijn bril af. Eindelijk kijk ik recht in zijn staalblauwe ogen. Mijn knieën knikken terwijl ik mijn best doe om niet achterover te vallen.

‘You speak German?' vraagt hij. Ik vertel hem met onzekere stem dat mijn moeder Duits is en ik zodoende de taal beheers. Hij glimlacht, schraapt zijn keel en begint met de woorden: 'Das ist schön dass du Deutsch beherrscht. Ich hab das auch gelernt innerhalb drei Monaten.' Ik lach terug en zeg:'Ich bin sehr beeindruckt das Sie so gut Deutsch sprechen. Es ist nicht so einfach eine Fremdsprache zu lernen.' Nu is hij trots en is hij totaal vergeten waar hij mee bezig was. Hij blikt naar rechts en pakt mijn cv., ditmaal met iets van een jongensachtig enthousiasme in zijn blik. ‘I could use Menschen wie dich,' vervolgt hij glimlachend. ‘People who sprech their languages gut. You see, when ich Deutsch gelernt habe, I took a drei Monaten course and see what it mich gebracht hat.' Zijn secretaresse komt langszij en klakt bewonderend met haar tong. Hij doet er onmiddellijk nog een schepje bovenop. ‘Du hast ein nice piece of Arsch, woman. Ich lieb that very much.' Nu grijnst hij breeduit terwijl hij zijn zware, kwabbige lichaam uit zijn kalfsleren stoel hijst. Even ben ik van mijn à propos. Ik kan mijn oren niet geloven en vraag me stilletjes af of hij me misschien in de zeik neemt. Wat een slecht Duits ineens en wat een verschil met die vloeiende zin van twee minuten eerder! Ik denk echter aan mijn toekomst en aan mijn knorrende maag en complimenteer hem nogmaals voor zijn hoogwaardige kennis van het Duits. Het is niet aan elke Amerikaan gelegen zo vloeiend en accentloos Duits te spreken, zeg ik hem opnieuw. Hij lacht me minzaam toe, klikt even met zijn hakken tegen elkaar terwijl hij naar me knipoogt en schudt vervolgens stevig mijn zwetende hand: ik ben aangenomen.

Zeewind

Ik ren harder dan ik
mezelf bijhouden kan
terwijl mijn schoenen
vollopen met zand
in verwarring afglijden
en mijn solide grip voorgoed
verdwijnt in achtergelaten sporen
zoek ik mijn weg
door hartvormige duinen
en stug helmgras
dat van geen wijken weet
tot aan schaduwlijnen van de kust
tranen op mijn vragende gezicht
welke de wind weer uitwist
als een boze leraar op herhaling
en de volle maan het tij keert
onder het schijnsel
van haar eigen zachte dwang
zoek ik het pad van wedergeboorte
waarop mijn tweelingzusje me
al weifelend voor ging












vrijdag 15 juni 2012

Dankwoord aan de gewaardeerde aandeelhoud(st)er


Beste Aandeelhoud(st)er,

Zoals je wellicht niet ontgaan is, heeft ‘Benauwd’ in een mum van tijd alle aandelen verkocht. Een opmerkelijke prestatie, die dankzij jouw hulp tot stand is gekomen. Het eerste doel is daarmee behaald, en niet bepaald het makkelijkste doel. Dat bleek gaandeweg maar weer. Ik ben je er ontzettend dankbaar voor. Vaak ben ik spammer genoemd, ook is er geklaagd en gejammerd omdat ik vaak bleef aandringen met mijn verhaal, maar kijk nou toch wat een mooi en fantastisch boek er op de markt gaat verschijnen! En dit is nog maar het begin, een avontuur dat gezamelijk beleefd wordt, door alle 126 aandeelhouders, inclusief deze beginnende auteur die zijn eerste onzekere schreden zet, richting serieus genomen schrijversschap. Dat dat er gaat komen, staat natuurlijk vast...
En nu dus op naar de volgende stap. Niet meer achterom kijken, maar vooruit, net als bij het voetbal morgen, en maar hopen dat Nederland wint. ‘Benauwd’ wil ook winnen, in de boekhandel, met zoveel mogelijk verkochte exemplaren. Het is duidelijk dat ik er vol in geloof. Vanavond nog heb ik de laatste puntjes op de i gezet, en mijn manuscript verstuurd naar Tenpages. Daar wordt het vervolgens door hun uitgeefmanager beoordeeld op kwaliteit, dus ik ben benieuwd naar het resultaat! Aan mijn eigen inzet zal het zeker niet liggen, en naar wat ik gezien heb, van jullie, als aandeelhouders, ook niet. Dus duimen maar. Ik zal je uiteraard op de hoogte houden omtrent alle ontwikkelingen. Ook ben ik van plan mijn blog up-to-date te houden en tevens aan te vullen met nieuwe anekdotes, korte verhalen en gedachtestromen, ga ik een Facebook pagina openen voor ‘Benauwd’ en stevig nadenken over een geslaagd Marketingplan voor de uiteindelijke verkoop van mijn bestseller!! Je input is bij dezen altijd welkom! Schrijf me, bel me, vertel me je gedachten....

Nog even wat over mezelf:

Ik ben 39 jaar oud, en heb twee kinderen, werk ruim tien jaar voor het Europees Octrooibureau in Rijswijk en sport heel veel. Ik ben dol op talen en een van mijn liefste hobby’s is het tijdelijk wonen en werken in een land, om zodoende de taal en cultuur op te snuiven. Zo heb ik twee keer in Italië gewoond, gewerkt en gestudeerd, en heb als gevolg mijn onstuitbare passie voor pasta’s en rode wijnen ontdekt. Als kind heb ik drie jaar in Schotland gewoond, ik was toen zes jaar oud, en moest een uniform aan naar school. Ik heb binnen drie weken de Engelse taal geleerd, maar echter niet de bijbehorende discpline. Mijn vader klaagt nog steeds dat ik vroeger geen moer uitvoerde in huis. Ach, zo hebben we allemaal wat. Ik heb ondertussen wel even een topper van een roman geschreven, gewoon tijdens mijn full-time baan, vrouw en kind, met een pasgeboren baby er nog bij. Zeg nou zelf, dat is toch iets om trots op te zijn, toch? Ik zal op mijn blog nog meer aanvullende informatie over mijn achtergrond schrijven, zodat jullie goed de persoon achter de schrijver leren kennen, net zoals ik jullie graag zou willen leren kennen. Tot bij de boekpresentatie dus...!!!

Fijne avond, beste zeer gewaardeerde aandeelhoud(st)er, en wie weet tot snel
Hartelijke groet
Alexander Sascha Oppenberg (géén pseudoniem) – e-mail: namelessas@gmail.com


donderdag 7 juni 2012

Nog 131 aandelen - Wie maakt me los?

De laatste loodjes wegen het zwaarst, zegt men in de volksmond. Ik vind van niet, althans, niet deze keer. De laatste paar dagen leun ik achterover -bij wijze van spreken, ik werk immers op kantoor- en zie hoe de teller van de aandelen zich telkens verplaatst in mijn voordeel. Ga direct naar start, u hoeft niet naar de gevangenis en u ontvangt van de bank 20.000 Euro. Monopolie voor beginners, maar dan in het echt, behalve die 20.000 Euro dan. Dat is voor later, veel later of nooit natuurlijk. Deze laatste zin zou mijn oma weer witheet maken, aangezien zij altijd 'zeg nooit nooit' verkondigde, tot in haar laatste levensdagen, wat haar overigens geen windeieren heeft gelegd. Goed, ik dwaal af, zoals het een echte Waterman betaamt. Dit zijn gewoon regelrechte vrijdagochtend gedachten, direct neergetypt en niet gewist. Ik ben een schrijver die gewoon keurig zijn eigen gedachtestroom volgt, zonder onderbrekingen en later de tekst nog eens terugleest, soms met het schaamrood op de kaken, en dan is het al te laat. Dit is uiteraard niet het geval met 'Benauwd'. Ik heb er drie jaar non-stop aan gewerkt en het resultaat mag er zijn, vind ik zelf. En laat dat nou net bevestigd zijn door vele trouwe bezoekers van Tenpages.com. Ik ben er oprecht dankbaar om, hetgeen ik weer kenbaar probeer te maken, of via mijn blog of via dankmails die ik tussen de bedrijven door uitstuur. En elk woord ervan is gemeend, gekopieerd of niet. Het is immers ook een gezamelijke prestatie, ook als straks mijn boek in de winkels ligt.

Nog maar 131 aandelen te gaan, met het EK en het weekeinde voor de deur. Misschien is het vanavond al feest. Misschien volgende week pas, wanneer we ook van Duitsland winnen. In ieder geval zal de Champagne rijkelijk vloeien met de namen van de aandeelhouders op mijn lippen, en een glimlach die vast en zeker voor mij bedoeld is (zie laatste zin H1 'Benauwd')

 de laatste loodjes...

zondag 3 juni 2012

fragment H23 'Benauwd'


Even voorstellen:   Paul van Schaik

Naam:                                     Paul van Schaik
Tijdelijk Woonadres:               Lippe Biesterfeldweg 58, Den Haag (Loosduinen)
Getrouwd:                               Met Lisa van Schaik (leeft gescheiden)
Kinderen:                                Geen (dochter Justina- overleden)
Geboren:                                 12 Februari, 1977
Sterrenbeeld:                          Waterman
Houdt van:                               Vrouwen, boksen & schrijven
Heeft een hekel aan:               Trage mensen & Ernst (Hoofd Account Manager)




Inleiding


Paul van Schaik verliest door zijn eigen nalatigheid zijn dochter. Ze verdrinkt in de sloot voor hun huis terwijl hij in de tuin ligt te slapen. Dit verdriet levert hem een levensgroot trauma op, dat hem terugwerpt op zichzelf en zijn verleden. Hij belandt bij een psychologe die hem na een aantal sessies voorstelt om eens regressietherapie te proberen. De therapeute, haar collega Kim, voert Paul onder hypnose terug naar dat ene verschrikkelijke moment, zodat hij het kan herbeleven en op die manier verwerken. Buiten tijd en ruimte ziet hij zichzelf liggen op het terras, terwijl zijn dochter, op dat moment nog levend en wel, in haar badje aan het spelen is...


Aanwezig in de praktijkruimte van de psychologe:
Kim van Egmond - regressietherapeute
Sabine Kramer - psycholoog (Drs. S. Kramer)
Paul van Schaik


(Fragment H23)
Voorburg, Herenstraat 16
Donderdag, 02 December 2010
(Paul van Schaik)
onder hypnose tijdens regressietherapie

Wanneer ik mijn ogen open doe, zie ik een man zitten op mijn terras. Ik kijk mee, van bovenaf. Mijn hart begint luid te bonzen, omdat ik dondersgoed weet wat er staat te gebeuren. De zon schijnt. Het opblaasbadje ligt voor me. Justina zit heerlijk te spetteren in het water. De man houdt het opengeslagen boek in zijn rechterhand. Hij schuift zijn stretcher iets verder weg, naar de schaduw toe. De telefoon gaat. Het is Lisa.
‘Jáááááááhhhh, schat, het is toch ook mijn dochter,' hoor ik hem geïrriteerd zeggen. Hij komt met twee flesjes bier teruglopen van de koelkast en nestelt zich languit op zijn ligbed. Ik zie hem nog even zwaaien naar Justina, die met vrolijke gebaartjes terugzwaait.
'Ik hou van je, liefje,' zegt hij met een vertederde glimlach. Mijn mond beweegt automatisch mee met de woorden. Ik spreek ze zachtjes uit. Tegelijk met de man. Ik begin het zwaar benauwd te krijgen. Het is net of ik alleen nog maar kan uitademen, maar geen enkele lucht meer binnenkrijg. Ik roep naar Kim dat ze me terug moet halen uit deze waanzinnige toestand. Geen antwoord. Ik roep naar Bettina. Misschien dat zij me kan helpen. Niets. Enkel het geluid van kwakende kikkers en riet dat ritselt in de wind. Zenuwachtig richt ik me tot de man op de stretcher.
'Paul!' schreeuw ik. 'Word wakker, man! Paul, alsjeblieft!' Het begint warmer te worden. Weldra zal hij inslapen. Het mag niet gebeuren. Ik gil nog eens. Dan schiet ik naar voren en haal zo hard uit als ik maar kan. Ik schiet dwars door hem heen en val languit op de grond. De man z'n hoofd valt rustig opzij. Hij begint te snurken. Ik richt me op en zie Justina in haar lichtgroene badpakje waggelen in de richting van de waterkant. Ik begin te huilen, te krijsen van onmacht. Ik tijger naar voren, op handen en knieën, tot ik voor het meisje kom. Ze blijft staan, om aandachtig te luisteren. Voorzichtig beweegt ze haar handje naar voren. Ik voel het over mijn gezicht glijden. Ze glimlacht terwijl ze mijn tranen wegveegt.
'Het is oké, papa,' fluistert ze zacht. ‘Voel je niet schuldig. Wees maar lief voor mama.’ Ik verstijf over mijn hele lichaam. Ze kan me zien, denk ik verrukt.
'Mijn dochter kan me zien!' Het laatste roep ik met overslaande stem, zo hard, dat het gekwaak van de kikkers direct verstomt. Ik kijk Justina nog eens aan, maar ze lijkt me al niet meer te zien. Ze wandelt langs me heen naar de sloot. Ik draai me om en probeer haar te grijpen. Ik grijp in de lucht. De langverwachte plons blijft niet lang uit. Het lichaampje verdwijnt onder water. Ik slaak een ijselijke kreet. Ik aarzel geen moment en spring haar achterna, het water in.

Alles gaat nu in een stroomversnelling. Ik hap naar lucht terwijl ik naar de bodem zak. Even lukt het me om boven te komen. Ik zoek de stretcher, maar zie hem niet. Ik probeer om hulp te roepen, maar ben te zwak. Ik krijg ook nog eens een grote slok water binnen. Ik hoest, hap opnieuw naar adem. Mijn lichaam begint zwaar te worden. Na een korte strijd besef ik dat verder verzet zinloos is. Ik stem in met mijn onontkoombare lot en laat gebeuren wat gebeuren moet. Het wordt heel erg benauwd. Heel even maar. Dan wordt alles licht en prettig. Ik voel me bevrijd. Heel vredig. In een flits zie ik sterrenconstellaties, zwarte gaten en planeten voorbij komen. Er tussenin een kleine stip: onze aarde. Ik zie rijen boeken op planken van oude, onontdekte bibliotheken. Ik zie aardbewoners in ruimteschepen, ik zie aardbewoners in holen en grotten. Ineens wordt alles duidelijk. Ineens snap ik wat er bedoeld wordt met het heelal, met kennis, cijfers, logica en het leven zelf. Ik ben dankbaar, ongelofelijk dankbaar. 

Fragment H24 'Benauwd'


Even kort voorstellen:  Angela Sandtnerova

Naam:                                     Angela Sandtnerova
Woonadres:                            Verschillende adressen
Getrouwd:                               Gescheiden
 Kinderen:                               Lia Sandtnerova - 4 jaar oud
Geboren:                                 2 November, 1983
Sterrenbeeld:                          Schorpioen
Houdt van:                              Paul, Calvados & verre reizen
Heeft een hekel aan:              Teveel om op te noemen

Korte inleiding

Paul is uitgenodigd door zijn broer Robin en zijn vriendin Marsha om wat te gaan eten. Ze hebben Deborah meegenomen, een vriendin van het stel, in een poging haar aan Paul te koppelen. Het etentje wordt echter abrupt verstoord door de komst van Angela...

Aanwezig in restaurant:

Robin van Schaik – broer van Paul
Marscha – vriendin van Robin
Deborah – blind date van Paul & vriendin van Marscha
Personeel van ‘Peach Garden’


(fragment) H24

Den Haag, Chinees Restaurant ‘Peach Garden’
Zaterdag, 04 December 2010

(Paul van schaik)

Gapend kijk ik op mijn horloge, en naar de uitgang. Het is nog niet eens negen uur. Vol tegenzin ga ik akkoord met het verplichte rondje koffie. Ik reik Deborah net een sigaret aan, wanneer de deur van de eetzaal met een klap open vliegt. Ik schiet onmiddellijk in de houding, mijn aansteker krachtig in mijn handen geklemd. Het is Angela die schuimbekkend van woede op me af komt stormen. Ze houdt de brief in haar hand, die ik op haar nachtkastje heb achtergelaten.
‘Angela, wat een verrassing, leuk je weer te zien. Mag ik je voorstellen aan Deborah, Robin en Marsha?’ probeer ik, voordat ze ons bereikt.
‘Vuile hufter die je d’r bent. Het gore lef.’ Ze gooit de brief in mijn gezicht.
‘Tafel voor één persoon?’ De knappe eigenaresse staat er weer met haar bestelterminal.
Ze heeft haar haren opgestoken, waardoor haar hals goed zichtbaar is. Gek, dat ik me daar op dit moment door laat afleiden. Of eigenlijk niet.
‘Sodemieter op!’ De stem van Angela is door het hele restaurant te horen.
‘Pardon, mevrouw?’
‘So-de-miet-er op!’
‘Rustig maar. Vertel eens wat er aan de hand is.’ Robin staat op en gebaart naar Angela dat ze moet gaan zitten. Hij krijgt direct mijn bier in zijn gezicht. Druipend blaast hij de aftocht. Marsha volgt hem zo snel als ze kan inde richting van het toilet, zodat alleen ik en Deborah overblijven. Deborah wringt onbedoeld haar mollige lichaam tussen ons in, maar wordt hardhandig weggeduwd. Vervolgens staar ik in een paar koude ogen. We komen letterlijk neus tegen neus te staan.

‘Wie denk je wel dat je bent,’ sist ze. Alles in haar houding is dreigend.
‘Eerst loop je, zonder wat te zeggen, mijn huis uit en verdwijnt met de noorderzon. Voordat ik boe of bah kan zeggen. Daarna vind ik een zingende Meike onder de douche. Blijkt helemaal afgeneukt te zijn, zo vertelt ze me trots. In mijn bed, nota bene. En als dat nog niet erg genoeg is, ligt er een lullig briefje op mijn nachtkastje, waarin me verteld wordt dat het maar beter is om elkaar niet meer te zien! Hoe durf je, vies varken dat je d’r bent!’
‘Ik wilde je de brief persoonlijk geven...’ stamel ik, meer van mijn stuk gebracht dan ik wil toegeven.
‘Persoonlijk géven? Dan moest je eerst over Meike heen zeker? Die lag zeker in de weg met haar gespreide benen?’
‘Het was laat, Angela. Ik kwam je opzoeken en toen kreeg ik onderweg een auto-ongeluk. Ik zweer het je, het is de waarheid.’
‘Een auto-ongeluk? Wacht maar, mannetje. Je weet niet half wat ongeluk is.’ Ze grist een mes van tafel en zet de punt tegen mijn keel. Ik durf me niet te bewegen, want ik weet waartoe ze in staat is. Ik voel hoe ze er licht mee in mijn huid prikt. Als dit zo doorgaat, snijdt ze me nog, schiet het door me heen. Bloed op mijn hagelwitte overhemd, dat krijg ik er nooit meer uit. 
‘Angela, laat me een en ander uitleggen,’ probeer ik op andere toon, terwijl ik mijn handen langzaam omhoog breng.
‘Ik weet dat het plaatje lullig overkomt, maar leg in ieder geval dat verdomde mes neer.’
‘Ik zou je ballen eraf moeten snijden, Paul, en ze moeten voeren aan die bebrilde, dikke teef van je.’ Ze draait zich fel om naar Deborah. Haar aandacht voor mij verslapt, zodat ze het mes loslaat. Ik stap achteruit en wrijf als vanzelf over de plek in mijn hals. Ik zie hoe Robin en Marsha vanaf veilige afstand staan toe te kijken. De eigenaresse staat ondertussen driftig met de zojuist gearriveerde kok, een beer van een vent met een hangsnor zoals je alleen in Bruce Lee films ziet, te discussiëren, over wat ze moeten doen. Zo te zien, hebben ze nog geen flauw idee.

‘Angela, liefje,’ probeer ik beheerst, nu ik weet dat het ergste gevaar geweken is. Ze laat me niet uitspreken en geeft me zowaar een klap in mijn gezicht. Mijn bovenlip begint spontaan te gloeien, maar ik besluit ondanks mijn gevoelens van vernedering niets terug te doen; ik ben veel te bang dat de hele boel dan echt uit de hand loopt. Deborah voelt zich ondertussen zodanig bedreigd door Angela, dat ze probeert weg te lopen, precies zoals Robin en Marsha hebben gedaan. Ze komt echter niet ver. Met een stevige greep pakt Angela het arme meisje bij haar haren en duwt haar met haar gezicht in een bord met Foe Yong Hai. Met bril en al verdwijnt ze in de tomatensaus. Angela, nog steeds buiten zinnen, richt zich ondertussen tot mij.
‘Ik spreek jou nog wel, Paul. Denk maar niet dat jij de regels kunt bepalen. Ik beslis wel of, en wanneer het over is tussen ons,’ blaft ze hijgend. ‘Ik weet trouwens waar je woont. Wij zijn nog niet klaar, hoor je me? Na afloop zul je wensen dat je me nooit ontmoet had.’
Ze kijkt me nog één keer vol verachting aan, met eenzelfde blik als Megan, het meisje uit ‘The Exorcist’ voordat ze in vol ornaat op het kleed plast. Dan laat Angela los. Deborah valt naar achteren, grijpt vertwijfeld om zich heen en barst onder een tafel in snikken uit. Haar hoofd is rood aangelopen en zit onder het ei en lange slierten taugé.

De Audio-opname

Langzaam werd het drukker op de weg. Nog een half uur te gaan, en dan was ik in Hilversum. De audio-opnames zouden om half negen beginnen, en binnen twee uur afgerond moeten zijn. Koffie en water hoefde ik niet mee te brengen, dat hadden ze daar wel. Weer een zorg minder, schoot het door me heen, terwijl ik over de rotonde scheurde. Had ik bijna mijn eigen thermofles meegenomen. Of maakten ze nu gewoon een geintje, en was het vanzelfsprekend dat er koffie en water voorhanden zou zijn? Door de zenuwen kon ik niet meer helder denken, en schakelde terug in zijn eerste versnelling, waardoor de motor luidkeels begon te brullen dat het nu wel genoeg was met dat geklungel. Doorrijden, want er moest worden ingesproken, en de wereld draait niet voor niets door, als je de woorden van Mathijs moet geloven.

'Studio 6, daar moet je zijn,' had Marcel gezegd, 'Gewoon in de Intercom aangeven, dan gaan de slagbomen vanzelf open.'
'Waar kan ik parkeren?'
'Zo'n beetje overal op het terrein.'
'Hoe weet ik dat ik op het juiste terrein ben?'
'Als er Studio 6 staat, en als de slagbomen open gaan.'

Zucht. Het moest allemaal niet gekker worden. Ik had een lange, hele lange dag gehad, en was eigenlijk al aan het einde van mijn latijn. Bovendien had ik geen tijd gehad om te eten, en de Snickers was al halverwege de rit uitgewerkt, zodat mijn dodelijk vermoeide lichaam schreeuwde om suiker.

Twee uur later zit ik weer in mijn auto. Marcel heeft me zojuist uitgelegd dat ik beter meteen links kan afslaan na de stoplichten, zodat ik via Weesp via de A9 richting Utrecht kan. Dan hoef ik niet weer door het nauwe centrum van Bussum en Naarden te rijden, hoe pitoresk deze dorpjes er ook bij liggen. De audio-opnames gingen goed, ondanks de nodige haperingen en re-takes. Ik had drie kwartier nodig om een opname van 33 minuten erop te krijgen. Niet slecht, voor een beginneling, dacht ik zo. Eerlijkheid gebiedt wel te zeggen, na het terugluisteren van de tape, dat het wellicht voor volgende deelnemers een beter idee zou zijn om er een professionele acteur of toneelspeler op te zetten. Iemand met ervaring en voldoende gevoel voor dramatiek, die de tijd neemt om er binnen een uur een meesterwerk van te maken. Ik bedoel, een audio-opname is leuk, en dient als goed instrument voor de promotie van mijn boek, maar zou stiekem nog veel effectiever zijn, als Robert De Niro de stem zou doen van Paul van Schaik, Halle Berry de stem van Lisa, en Sharon Stone -femme fatale van 'Basic Instinct'- de stem van Drs. S. Kramer tijdens de sessie bij de psychologe in H4. Moet je je voorstellen, bij het voorlezen van de eerste zin al:

'We lopen door de uitgestrekte bossen, mijn vader en ik...' Robert fronst even, aait over zijn kin, en glimlacht naar me door het glas van Studio 6, terwijl Sharon al bukkend de koffie inschenkt en vraagt of ik het naar mijn zin heb, en of ik na de opnames nog even wat met de dames wil gaan drinken...