Even voorstellen:
Paul van Schaik
Naam: Paul
van Schaik
Tijdelijk
Woonadres: Lippe Biesterfeldweg
58, Den Haag (Loosduinen)
Getrouwd: Met Lisa van
Schaik (leeft gescheiden)
Kinderen: Geen (dochter
Justina- overleden)
Geboren: 12 Februari, 1977
Sterrenbeeld: Waterman
Houdt
van: Vrouwen,
boksen & schrijven
Heeft
een hekel aan: Trage mensen
& Ernst (Hoofd Account Manager)
Inleiding
Paul van Schaik verliest door zijn eigen nalatigheid zijn dochter. Ze verdrinkt in de sloot voor hun huis terwijl hij in de tuin ligt te slapen. Dit verdriet levert hem een levensgroot trauma op, dat hem terugwerpt op zichzelf en zijn verleden. Hij belandt bij een psychologe die hem na een aantal sessies voorstelt om eens regressietherapie te proberen. De therapeute, haar collega Kim, voert Paul onder hypnose terug naar dat ene verschrikkelijke moment, zodat hij het kan herbeleven en op die manier verwerken. Buiten tijd en ruimte ziet hij zichzelf liggen op het terras, terwijl zijn dochter, op dat moment nog levend en wel, in haar badje aan het spelen is...
Aanwezig in de praktijkruimte van de psychologe:
Kim van Egmond - regressietherapeute
Sabine Kramer - psycholoog (Drs. S. Kramer)
Paul van Schaik
(Fragment
H23)
Voorburg, Herenstraat 16
Donderdag, 02 December 2010
(Paul van Schaik)
onder hypnose tijdens regressietherapie
onder hypnose tijdens regressietherapie
Wanneer ik mijn ogen open doe, zie ik een man
zitten op mijn terras. Ik kijk mee, van bovenaf. Mijn hart begint luid te
bonzen, omdat ik dondersgoed weet wat er staat te gebeuren. De zon schijnt. Het
opblaasbadje ligt voor me. Justina zit heerlijk te spetteren in het water. De
man houdt het opengeslagen boek in zijn rechterhand. Hij schuift zijn stretcher
iets verder weg, naar de schaduw toe. De telefoon gaat. Het is Lisa.
‘Jáááááááhhhh, schat, het is toch ook mijn dochter,' hoor ik hem geïrriteerd zeggen. Hij komt met twee flesjes bier teruglopen van de koelkast en nestelt zich languit op zijn ligbed. Ik zie hem nog even zwaaien naar Justina, die met vrolijke gebaartjes terugzwaait.
'Ik hou van je, liefje,' zegt hij met een vertederde glimlach. Mijn mond beweegt automatisch mee met de woorden. Ik spreek ze zachtjes uit. Tegelijk met de man. Ik begin het zwaar benauwd te krijgen. Het is net of ik alleen nog maar kan uitademen, maar geen enkele lucht meer binnenkrijg. Ik roep naar Kim dat ze me terug moet halen uit deze waanzinnige toestand. Geen antwoord. Ik roep naar Bettina. Misschien dat zij me kan helpen. Niets. Enkel het geluid van kwakende kikkers en riet dat ritselt in de wind. Zenuwachtig richt ik me tot de man op de stretcher.
‘Jáááááááhhhh, schat, het is toch ook mijn dochter,' hoor ik hem geïrriteerd zeggen. Hij komt met twee flesjes bier teruglopen van de koelkast en nestelt zich languit op zijn ligbed. Ik zie hem nog even zwaaien naar Justina, die met vrolijke gebaartjes terugzwaait.
'Ik hou van je, liefje,' zegt hij met een vertederde glimlach. Mijn mond beweegt automatisch mee met de woorden. Ik spreek ze zachtjes uit. Tegelijk met de man. Ik begin het zwaar benauwd te krijgen. Het is net of ik alleen nog maar kan uitademen, maar geen enkele lucht meer binnenkrijg. Ik roep naar Kim dat ze me terug moet halen uit deze waanzinnige toestand. Geen antwoord. Ik roep naar Bettina. Misschien dat zij me kan helpen. Niets. Enkel het geluid van kwakende kikkers en riet dat ritselt in de wind. Zenuwachtig richt ik me tot de man op de stretcher.
'Paul!' schreeuw ik. 'Word wakker, man! Paul,
alsjeblieft!' Het begint warmer te worden. Weldra zal hij inslapen. Het mag
niet gebeuren. Ik gil nog eens. Dan schiet ik naar voren en haal zo hard uit
als ik maar kan. Ik schiet dwars door hem heen en val languit op de grond. De
man z'n hoofd valt rustig opzij. Hij begint te snurken. Ik richt me op en zie
Justina in haar lichtgroene badpakje waggelen in de richting van de waterkant.
Ik begin te huilen, te krijsen van onmacht. Ik tijger naar voren, op handen en
knieën, tot ik voor het meisje kom. Ze blijft staan, om aandachtig te
luisteren. Voorzichtig beweegt ze haar handje naar voren. Ik voel het over mijn
gezicht glijden. Ze glimlacht terwijl ze mijn tranen wegveegt.
'Het is oké, papa,' fluistert ze zacht. ‘Voel
je niet schuldig. Wees maar lief voor mama.’ Ik verstijf over mijn hele
lichaam. Ze kan me zien, denk ik verrukt.
'Mijn dochter kan me zien!' Het laatste roep
ik met overslaande stem, zo hard, dat het gekwaak van de kikkers direct
verstomt. Ik kijk Justina nog eens aan, maar ze lijkt me al niet meer te zien.
Ze wandelt langs me heen naar de sloot. Ik draai me om en probeer haar te
grijpen. Ik grijp in de lucht. De langverwachte plons blijft niet lang uit. Het
lichaampje verdwijnt onder water. Ik slaak een ijselijke kreet. Ik aarzel geen
moment en spring haar achterna, het water in.
Alles gaat nu in een stroomversnelling. Ik hap
naar lucht terwijl ik naar de bodem zak. Even lukt het me om boven te komen. Ik
zoek de stretcher, maar zie hem niet. Ik probeer om hulp te roepen, maar ben te
zwak. Ik krijg ook nog eens een grote slok water binnen. Ik hoest, hap opnieuw
naar adem. Mijn lichaam begint zwaar te worden. Na een korte strijd besef ik
dat verder verzet zinloos is. Ik stem in met mijn onontkoombare lot en laat
gebeuren wat gebeuren moet. Het wordt heel erg benauwd. Heel even maar. Dan
wordt alles licht en prettig. Ik voel me bevrijd. Heel vredig. In een flits zie
ik sterrenconstellaties, zwarte gaten en planeten voorbij komen. Er tussenin
een kleine stip: onze aarde. Ik zie rijen boeken op planken van oude,
onontdekte bibliotheken. Ik zie aardbewoners in ruimteschepen, ik zie
aardbewoners in holen en grotten. Ineens wordt alles duidelijk. Ineens snap ik
wat er bedoeld wordt met het heelal, met kennis, cijfers, logica en het leven
zelf. Ik ben dankbaar, ongelofelijk dankbaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten