vrijdag 3 mei 2013

Der Alec

Ik zit zonder werk in hartje Hollywood. Mijn agente tipt me dat de acteur Alec Baldwin een eigen productiemaatschappij is begonnen en stuntmannen zoekt. Ze vertelt me dat ze hem goed kent, via een vriendin dan, die van tijd tot tijd haar al zijn geheimen onthult. In ruil daarvoor slaapt ze met hem, wat ze als getrouwde vrouw en succesvolle advocate maar al te graag doet. Zo heeft de agente vernomen dat Alec een formidabel fotografisch geheugen heeft, erg agressief uit de hoek kan komen, van een stevige borrel houdt, zijn familie -vooral zijn broers- altijd op de eerste plaats komt, hij zijn stunts het liefst zelf doet en er alles voor over heeft om zich optimaal te kunnen inleven in zijn rol. Niet voor niets heeft hij twee Golden Globe Awards gewonnen en is hij genomineerd voor diverse andere. Zo heeft hij voor de rol van Duitse legerofficier in een van zijn films, binnen acht maanden vloeiend Duits geleerd.

Ik, als beginnend stuntman annex acteur -voornamelijk figurant in tv commercials waarbij ik ooit eens verkleed als een ei, uit een brandende auto sprong- ben onder de indruk van het verhaal. Ik heb bovendien geen geld meer voor eten en zou heel graag eens de hand schudden van mijn idool, even achteloos aan zijn kraag ruiken om zodoende zijn eau de cologne op te snuiven, de sigarenrook van zijn adem te inhaleren, al blijft het maar bij die ene keer. Drie kwartier later is het dan zover en schuifel ik nerveus over de marmeren tegels in zijn kantoor in Beverly Hills, op nog geen steenworp afstand van de beroemde Sunset Boulevard. Ik word door een langbenige secretaresse met opgestoken blonde haren en diep, gebruind decolleté begeleid tot voor zijn notenhouten bureau. Koffie wil ik niet. Er brandt maar een lampje, dat een aangenaam groen licht door de kamer verspreidt. De lamellen zijn dicht. Alec Baldwin, gekleed in een zalmroze polo boven een witte linnen broek, is uiterst geconcentreerd bezig met het doornemen van allerlei papieren, zodat hij amper naar me opkijkt. Ik voel dat ik snel iets moet ondernemen, anders is ook het laatste restje interesse in no-time weg. Mijn cv ligt immers alweer op het hoekje van zijn schrijftafel, vlak boven de prullenbak. Snel werp ik een blik op de documenten en zie een artikel in het Duits. Ik zeg hem in mijn moedertaal dat het een interessant artikel is dat hij daar aan het lezen is. Nu kijkt hij op, langer dan ooit tevoren -toch wel een seconde of vijf - en zet zijn bril af. Eindelijk kijk ik recht in zijn staalblauwe ogen. Mijn knieën knikken terwijl ik mijn best doe om niet achterover te vallen.

‘You speak German?' vraagt hij. Ik vertel hem met onzekere stem dat mijn moeder Duits is en ik zodoende de taal beheers. Hij glimlacht, schraapt zijn keel en begint met de woorden: 'Das ist schön dass du Deutsch beherrscht. Ich hab das auch gelernt innerhalb drei Monaten.' Ik lach terug en zeg:'Ich bin sehr beeindruckt das Sie so gut Deutsch sprechen. Es ist nicht so einfach eine Fremdsprache zu lernen.' Nu is hij trots en is hij totaal vergeten waar hij mee bezig was. Hij blikt naar rechts en pakt mijn cv., ditmaal met iets van een jongensachtig enthousiasme in zijn blik. ‘I could use Menschen wie dich,' vervolgt hij glimlachend. ‘People who sprech their languages gut. You see, when ich Deutsch gelernt habe, I took a drei Monaten course and see what it mich gebracht hat.' Zijn secretaresse komt langszij en klakt bewonderend met haar tong. Hij doet er onmiddellijk nog een schepje bovenop. ‘Du hast ein nice piece of Arsch, woman. Ich lieb that very much.' Nu grijnst hij breeduit terwijl hij zijn zware, kwabbige lichaam uit zijn kalfsleren stoel hijst. Even ben ik van mijn à propos. Ik kan mijn oren niet geloven en vraag me stilletjes af of hij me misschien in de zeik neemt. Wat een slecht Duits ineens en wat een verschil met die vloeiende zin van twee minuten eerder! Ik denk echter aan mijn toekomst en aan mijn knorrende maag en complimenteer hem nogmaals voor zijn hoogwaardige kennis van het Duits. Het is niet aan elke Amerikaan gelegen zo vloeiend en accentloos Duits te spreken, zeg ik hem opnieuw. Hij lacht me minzaam toe, klikt even met zijn hakken tegen elkaar terwijl hij naar me knipoogt en schudt vervolgens stevig mijn zwetende hand: ik ben aangenomen.

Zeewind

Ik ren harder dan ik
mezelf bijhouden kan
terwijl mijn schoenen
vollopen met zand
in verwarring afglijden
en mijn solide grip voorgoed
verdwijnt in achtergelaten sporen
zoek ik mijn weg
door hartvormige duinen
en stug helmgras
dat van geen wijken weet
tot aan schaduwlijnen van de kust
tranen op mijn vragende gezicht
welke de wind weer uitwist
als een boze leraar op herhaling
en de volle maan het tij keert
onder het schijnsel
van haar eigen zachte dwang
zoek ik het pad van wedergeboorte
waarop mijn tweelingzusje me
al weifelend voor ging