zondag 3 juni 2012

fragment H23 'Benauwd'


Even voorstellen:   Paul van Schaik

Naam:                                     Paul van Schaik
Tijdelijk Woonadres:               Lippe Biesterfeldweg 58, Den Haag (Loosduinen)
Getrouwd:                               Met Lisa van Schaik (leeft gescheiden)
Kinderen:                                Geen (dochter Justina- overleden)
Geboren:                                 12 Februari, 1977
Sterrenbeeld:                          Waterman
Houdt van:                               Vrouwen, boksen & schrijven
Heeft een hekel aan:               Trage mensen & Ernst (Hoofd Account Manager)




Inleiding


Paul van Schaik verliest door zijn eigen nalatigheid zijn dochter. Ze verdrinkt in de sloot voor hun huis terwijl hij in de tuin ligt te slapen. Dit verdriet levert hem een levensgroot trauma op, dat hem terugwerpt op zichzelf en zijn verleden. Hij belandt bij een psychologe die hem na een aantal sessies voorstelt om eens regressietherapie te proberen. De therapeute, haar collega Kim, voert Paul onder hypnose terug naar dat ene verschrikkelijke moment, zodat hij het kan herbeleven en op die manier verwerken. Buiten tijd en ruimte ziet hij zichzelf liggen op het terras, terwijl zijn dochter, op dat moment nog levend en wel, in haar badje aan het spelen is...


Aanwezig in de praktijkruimte van de psychologe:
Kim van Egmond - regressietherapeute
Sabine Kramer - psycholoog (Drs. S. Kramer)
Paul van Schaik


(Fragment H23)
Voorburg, Herenstraat 16
Donderdag, 02 December 2010
(Paul van Schaik)
onder hypnose tijdens regressietherapie

Wanneer ik mijn ogen open doe, zie ik een man zitten op mijn terras. Ik kijk mee, van bovenaf. Mijn hart begint luid te bonzen, omdat ik dondersgoed weet wat er staat te gebeuren. De zon schijnt. Het opblaasbadje ligt voor me. Justina zit heerlijk te spetteren in het water. De man houdt het opengeslagen boek in zijn rechterhand. Hij schuift zijn stretcher iets verder weg, naar de schaduw toe. De telefoon gaat. Het is Lisa.
‘Jáááááááhhhh, schat, het is toch ook mijn dochter,' hoor ik hem geïrriteerd zeggen. Hij komt met twee flesjes bier teruglopen van de koelkast en nestelt zich languit op zijn ligbed. Ik zie hem nog even zwaaien naar Justina, die met vrolijke gebaartjes terugzwaait.
'Ik hou van je, liefje,' zegt hij met een vertederde glimlach. Mijn mond beweegt automatisch mee met de woorden. Ik spreek ze zachtjes uit. Tegelijk met de man. Ik begin het zwaar benauwd te krijgen. Het is net of ik alleen nog maar kan uitademen, maar geen enkele lucht meer binnenkrijg. Ik roep naar Kim dat ze me terug moet halen uit deze waanzinnige toestand. Geen antwoord. Ik roep naar Bettina. Misschien dat zij me kan helpen. Niets. Enkel het geluid van kwakende kikkers en riet dat ritselt in de wind. Zenuwachtig richt ik me tot de man op de stretcher.
'Paul!' schreeuw ik. 'Word wakker, man! Paul, alsjeblieft!' Het begint warmer te worden. Weldra zal hij inslapen. Het mag niet gebeuren. Ik gil nog eens. Dan schiet ik naar voren en haal zo hard uit als ik maar kan. Ik schiet dwars door hem heen en val languit op de grond. De man z'n hoofd valt rustig opzij. Hij begint te snurken. Ik richt me op en zie Justina in haar lichtgroene badpakje waggelen in de richting van de waterkant. Ik begin te huilen, te krijsen van onmacht. Ik tijger naar voren, op handen en knieën, tot ik voor het meisje kom. Ze blijft staan, om aandachtig te luisteren. Voorzichtig beweegt ze haar handje naar voren. Ik voel het over mijn gezicht glijden. Ze glimlacht terwijl ze mijn tranen wegveegt.
'Het is oké, papa,' fluistert ze zacht. ‘Voel je niet schuldig. Wees maar lief voor mama.’ Ik verstijf over mijn hele lichaam. Ze kan me zien, denk ik verrukt.
'Mijn dochter kan me zien!' Het laatste roep ik met overslaande stem, zo hard, dat het gekwaak van de kikkers direct verstomt. Ik kijk Justina nog eens aan, maar ze lijkt me al niet meer te zien. Ze wandelt langs me heen naar de sloot. Ik draai me om en probeer haar te grijpen. Ik grijp in de lucht. De langverwachte plons blijft niet lang uit. Het lichaampje verdwijnt onder water. Ik slaak een ijselijke kreet. Ik aarzel geen moment en spring haar achterna, het water in.

Alles gaat nu in een stroomversnelling. Ik hap naar lucht terwijl ik naar de bodem zak. Even lukt het me om boven te komen. Ik zoek de stretcher, maar zie hem niet. Ik probeer om hulp te roepen, maar ben te zwak. Ik krijg ook nog eens een grote slok water binnen. Ik hoest, hap opnieuw naar adem. Mijn lichaam begint zwaar te worden. Na een korte strijd besef ik dat verder verzet zinloos is. Ik stem in met mijn onontkoombare lot en laat gebeuren wat gebeuren moet. Het wordt heel erg benauwd. Heel even maar. Dan wordt alles licht en prettig. Ik voel me bevrijd. Heel vredig. In een flits zie ik sterrenconstellaties, zwarte gaten en planeten voorbij komen. Er tussenin een kleine stip: onze aarde. Ik zie rijen boeken op planken van oude, onontdekte bibliotheken. Ik zie aardbewoners in ruimteschepen, ik zie aardbewoners in holen en grotten. Ineens wordt alles duidelijk. Ineens snap ik wat er bedoeld wordt met het heelal, met kennis, cijfers, logica en het leven zelf. Ik ben dankbaar, ongelofelijk dankbaar. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten